Nederlands:Jef Vandermeulen (Q541173): verschil tussen versies

Uit Knowledge Graph Kunstenpunt
Ga naar:navigatie, zoeken
(eerste upload)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
Vandermeulen (1869-1931) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Gent waar hij onder anderen Karel Miry en Adolphe Samuel als leraars had. Hij haalde eerste prijzen in altviool (1887), harmonie en contrapunt (1888) en fuga (1889) en studeerde er nog compositie bij Samuel. Drie maal nam hij deel aan  de Romeprijs en telkens werd hij onderscheiden: in 1891 met een eervolle vermelding met Andromède, in 1893 haalde hij een tweede prijs met Lady Macbeth en in 1897 opnieuw een tweede prijs met Comala. Tijdens die jaren had hij contacten met Peter Benoit die hem aanmoedigde. In 1896 begon hij een pedagogische loopbaan aan het Gentse conservatorium, eerst als monitor voor notenleer, in 1919 als adjunct-leraar en in 1921 als leraar harmonie.
Vandermeulen (1869-1931) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Gent waar hij onder anderen Karel Miry en Adolphe Samuel als leraars had. Hij haalde eerste prijzen in altviool (1887), harmonie en contrapunt (1888) en fuga (1889) en studeerde er nog compositie bij Samuel. Drie maal nam hij deel aan  de Romeprijs en telkens werd hij onderscheiden: in 1891 met een eervolle vermelding met Andromède, in 1893 haalde hij een tweede prijs met Lady Macbeth en in 1897 opnieuw een tweede prijs met Comala. Tijdens die jaren had hij contacten met Peter Benoit die hem aanmoedigde. In 1896 begon hij een pedagogische loopbaan aan het Gentse conservatorium, eerst als monitor voor notenleer, in 1919 als adjunct-leraar en in 1921 als leraar harmonie.<br><br>Vandermeulen, die uit een arbeidersgezin stamde, zou zijn hele carrière actief blijven binnen de socialistische beweging. Hij werd dirigent van verschillende andere socialistische muziekverenigingen, zoals in 1892 van de harmonie Vooruit. De socialistische beweging ondersteunde hij met veel gelegenheidswerken, waaronder marsen, koren, liederen, cantates en zangspelen (bijvoorbeeld Voor ’t volk geofferd over het leven van Emiel Moyson, op tekst van de flamingantische socialist Johan Lefèvre).<br><br>Samen met Florimond Van Duyse startte hij in Gent met Liederavonden voor het Volk. Bovendien bracht hij arbeiders in contact met muziek van Ludwig van Beethoven en Richard Wagner. Aan Wagner wijdde hij verschillende artikels: Levensbeschrijving van Richard Wagner en analyse van “Tannhaüser” (1897) en Richard Wagner als revolutionair (1913). Voor de krant Vooruit schreef hij trouwens muziekkritieken.<br><br>Zijn socialistisch engagement koppelde hij aan Vlaamsgezindheid. Op vraag van de Belgische Werkliedenpartij componeerde hij in 1902 de cantate Op de Groeninghekouter.  De tekst van Léonce du Castillon legde een verband tussen de overwinning van de middeleeuwse gilden en de arbeidersstrijd.<br><br>Vandermeulen was ook actief in het muziektheater. Hij componeerde verschillende zangspelen en opera’s met als belangrijkste titels Liva (1902), Le dolmen en De Vlasgaard. Deze laatste opera, op een libretto van René de Clercq en Alfons Stevens, ging op 8 oktober 1905 in de Nederlandse Schouwburg in Gent in première onder de leiding van Oscar Roels. <br>
<br><br>
Vandermeulen, die uit een arbeidersgezin stamde, zou zijn hele carrière actief blijven binnen de socialistische beweging. Hij werd dirigent van verschillende andere socialistische muziekverenigingen, zoals in 1892 van de harmonie Vooruit. De socialistische beweging ondersteunde hij met veel gelegenheidswerken, waaronder marsen, koren, liederen, cantates en zangspelen (bijvoorbeeld Voor ’t volk geofferd over het leven van Emiel Moyson, op tekst van de flamingantische socialist Johan Lefèvre).
<br><br>
Samen met Florimond Van Duyse startte hij in Gent met Liederavonden voor het Volk. Bovendien bracht hij arbeiders in contact met muziek van Ludwig van Beethoven en Richard Wagner. Aan Wagner wijdde hij verschillende artikels: Levensbeschrijving van Richard Wagner en analyse van “Tannhaüser” (1897) en Richard Wagner als revolutionair (1913). Voor de krant Vooruit schreef hij trouwens muziekkritieken.
<br><br>
Zijn socialistisch engagement koppelde hij aan Vlaamsgezindheid. Op vraag van de Belgische Werkliedenpartij componeerde hij in 1902 de cantate Op de Groeninghekouter.  De tekst van Léonce du Castillon legde een verband tussen de overwinning van de middeleeuwse gilden en de arbeidersstrijd.
<br><br>
Vandermeulen was ook actief in het muziektheater. Hij componeerde verschillende zangspelen en opera’s met als belangrijkste titels Liva (1902), Le dolmen en De Vlasgaard. Deze laatste opera, op een libretto van René de Clercq en Alfons Stevens, ging op 8 oktober 1905 in de Nederlandse Schouwburg in Gent in première onder de leiding van Oscar Roels.  
<br><br><br>
<i>(Jan Dewilde, <a href="http://www.svm.be" target="_blank">Studiecentrum voor Vlaamse Muziek</a>)</i>

Huidige versie van 25 sep 2024 om 18:18

Vandermeulen (1869-1931) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Gent waar hij onder anderen Karel Miry en Adolphe Samuel als leraars had. Hij haalde eerste prijzen in altviool (1887), harmonie en contrapunt (1888) en fuga (1889) en studeerde er nog compositie bij Samuel. Drie maal nam hij deel aan de Romeprijs en telkens werd hij onderscheiden: in 1891 met een eervolle vermelding met Andromède, in 1893 haalde hij een tweede prijs met Lady Macbeth en in 1897 opnieuw een tweede prijs met Comala. Tijdens die jaren had hij contacten met Peter Benoit die hem aanmoedigde. In 1896 begon hij een pedagogische loopbaan aan het Gentse conservatorium, eerst als monitor voor notenleer, in 1919 als adjunct-leraar en in 1921 als leraar harmonie.

Vandermeulen, die uit een arbeidersgezin stamde, zou zijn hele carrière actief blijven binnen de socialistische beweging. Hij werd dirigent van verschillende andere socialistische muziekverenigingen, zoals in 1892 van de harmonie Vooruit. De socialistische beweging ondersteunde hij met veel gelegenheidswerken, waaronder marsen, koren, liederen, cantates en zangspelen (bijvoorbeeld Voor ’t volk geofferd over het leven van Emiel Moyson, op tekst van de flamingantische socialist Johan Lefèvre).

Samen met Florimond Van Duyse startte hij in Gent met Liederavonden voor het Volk. Bovendien bracht hij arbeiders in contact met muziek van Ludwig van Beethoven en Richard Wagner. Aan Wagner wijdde hij verschillende artikels: Levensbeschrijving van Richard Wagner en analyse van “Tannhaüser” (1897) en Richard Wagner als revolutionair (1913). Voor de krant Vooruit schreef hij trouwens muziekkritieken.

Zijn socialistisch engagement koppelde hij aan Vlaamsgezindheid. Op vraag van de Belgische Werkliedenpartij componeerde hij in 1902 de cantate Op de Groeninghekouter. De tekst van Léonce du Castillon legde een verband tussen de overwinning van de middeleeuwse gilden en de arbeidersstrijd.

Vandermeulen was ook actief in het muziektheater. Hij componeerde verschillende zangspelen en opera’s met als belangrijkste titels Liva (1902), Le dolmen en De Vlasgaard. Deze laatste opera, op een libretto van René de Clercq en Alfons Stevens, ging op 8 oktober 1905 in de Nederlandse Schouwburg in Gent in première onder de leiding van Oscar Roels.