Nederlands:Ugo Dehaes (Q88278): verschil tussen versies
Uit Knowledge Graph Kunstenpunt
(eerste upload) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
<div>Danser en choreograaf Ugo Dehaes zette zijn eerste danspassen op zijn achttiende. Na een jaar vol workshops startte hij aan de dansschool P.A.R.T.S. van Anne Teresa De Keersmaeker. Hij werkte drie jaar als danser samen met choreografe Meg Stuart, alvorens eigen voorstellingen te ontwikkelen.</div><div>De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’. In zijn debuutvoorstelling <em>Lijfstof (</em>2000) bevonden de twee dansers zich elk in een te kleine doos, waardoor hun gezicht niet te zien was en hun lichaam slechts een homp vlees leek in een te krappe verpakking. Opvolger <em>ROEST </em>(2002) confronteerde twee danserslijven met een grote machine die hun lichamen manipuleerde.</div><blockquote>De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’.</blockquote><div>Ugo Dehaes heeft een bijzondere fascinatie voor duetten. Hij creëerde al verschillende choreografieën met twee dansers, waarvan <em>couple-like</em> (2006) waarschijnlijk de bekendste is. Dit duet, gedanst door Ugo Dehaes en Keren Levi, toerde enkele jaren doorheen Europa en verbeeldt de energie en intimiteit tussen een man en een vrouw. In het onderstaande videofragment is duidelijk te zien hoe ze elkaar aantrekken en afstoten, een klassiek thema in hedendaagse dans. Dit duet kreeg enkele jaren later (2010) zelfs een remake, speciaal gericht op een jongerenpubliek. Het volgende filmpje toont een compilatie van de beide uitvoeringen.</div><div>Wat als we vier dansparen de verzengende passie van een relatie laten dansen? Dat was het uitgangspunt voor <em>Grafted </em>(2012), waarin vier duo’s hetzelfde bewegingsmateriaal dansten, maar elk op hun eigen manier. Ze belichamen Tolstojs beroemde openingszin van Anna Karenina: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op een eigen manier.” Eén van de duetten uit <em>Grafted</em> toert sindsdien ook op aanvraag als locatiedansvoorstelling. Samen met zijn vriendin, actrice Guylène Olivares, creëerde Dehaes zelfs een dansduet dat in huiskamers speelt. Deze voorstelling heet niet alleen <em>Intimacy</em> (2013) omdat de toeschouwers zo dicht bij de performers zitten, maar evenzeer omdat ze getuige zijn van de relationele perikelen die hier worden gedanst. Na ‘het lichaam als ding’ uit zijn beginjaren, werden de emoties tussen ‘echte’ personen het belangrijkste thema in het latere werk van Ugo Dehaes.</div><blockquote>Dehaes kiest in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie.</blockquote><div>Het bekendst is Dehaes wellicht vanwege zijn elkaar spiegelende voorstellingen <em>WOMEN</em> (2010) en <em>GIRLS</em> (2013). In de eerste productie speelden acht danseressen tussen 30 en 60 jaar. Dehaes koos bewust voor deze leeftijdscategorie omdat hij wilde aantonen dat iets oudere vrouwen ook nog steeds uitstekende danseressen zijn. Door hun (levens)ervaring brengen zij immers een heel andere emotie en betekenis teweeg bij een publiek, wat de herkenbaarheid vergroot. Danseressen hoeven dus niet per se jong en atletisch te zijn, zoals helaas nog steeds de dominante perceptie is. Bij productiehuis fABULEUS creëerde Dehaes enkele jaren later de prequel <em>GIRLS</em> waarin hetzelfde – razend moeilijke – bewegingsmateriaal werd gedanst door piepjonge meisjes tussen 10 en 14 jaar. Hoewel ze de danssequenties foutloos uitvoeren, voelen de girls soms iets te jong aan voor bepaalde bewegingen. In enkele frivole verleidingsscènes lijken we in de meisjes al een voorbode te herkennen van de vrouwen die ze later zullen worden. Zoals in de onderstaande vergelijking te zien is, koos Dehaes in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie. De kleurrijke kostuums uit <em>GIRLS</em> contrasteren opvallend met de zwarte kledij die de danseressen in <em>WOMEN</em> dragen, waardoor de girls ondanks hun sérieux en de abstracte danstaal toch nog een naïviteit en speelsheid behouden.</div><div>Voorstellingen van Ugo Dehaes en zijn gezelschap kwaad bloed hebben telkens één kernidee als uitgangspunt, dat vervolgens op een radicale maar tegelijk erg toegankelijke manier wordt uitgewerkt. Voor <em>DMNT</em> (2015) was dat het persoonlijke verhaal van een familielid dat aftakelde door dementie. Deze dansvoorstelling was een poging om dit ‘vergeten’ te vertalen naar bewegingen. Een universeel en herkenbaar thema dus, maar wel in een abstracte vorm gegoten.</div><div>Dehaes ontwikkelde rond bijna al zijn voorstellingen ook workshops voor amateurs en professionele dansers. Hij houdt er nog meer participatieve projecten op na: zo maakte hij een jaar lang geregeld tijd vrij om in de studio te dansen met Shan, een meisje met een mentale handicap; coördineerde hij het project <em>Redance</em> in Zinnema, waarbij hij amateurdansers een scène uit het werk van professionele choreografen opnieuw liet creëren, en maakte hij zelfs een choreografie voor de jongeren van Vlaggendansgroep Symbolica.</div><div>In het seizoen 2015-2016 organiseerde hij <em>Off the Wall,</em> een workshopreeks en bootcamp waarin jonge hiphopdansers werden geconfronteerd met hedendaagse dansers, vanuit een oprechte interesse om het medium dans te verbreden en de kruisbestuiving tussen de beide genres op te zoeken. Hieruit volgt ook de grote dansproductie RATS bij fABULEUS, waarbij acht hiphoppers uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië op de scène in dialoog gaan met één hedendaagse danseres. In dit compilatiefilmpje krijg je een korte inkijk in hoe de Off the Wall-workshops verliepen | <div>Danser en choreograaf Ugo Dehaes zette zijn eerste danspassen op zijn achttiende. Na een jaar vol workshops startte hij aan de dansschool P.A.R.T.S. van Anne Teresa De Keersmaeker. Hij werkte drie jaar als danser samen met choreografe Meg Stuart, alvorens eigen voorstellingen te ontwikkelen.</div><div>De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’. In zijn debuutvoorstelling <em>Lijfstof (</em>2000) bevonden de twee dansers zich elk in een te kleine doos, waardoor hun gezicht niet te zien was en hun lichaam slechts een homp vlees leek in een te krappe verpakking. Opvolger <em>ROEST </em>(2002) confronteerde twee danserslijven met een grote machine die hun lichamen manipuleerde.</div><blockquote>De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’.</blockquote><div>Ugo Dehaes heeft een bijzondere fascinatie voor duetten. Hij creëerde al verschillende choreografieën met twee dansers, waarvan <em>couple-like</em> (2006) waarschijnlijk de bekendste is. Dit duet, gedanst door Ugo Dehaes en Keren Levi, toerde enkele jaren doorheen Europa en verbeeldt de energie en intimiteit tussen een man en een vrouw. In het onderstaande videofragment is duidelijk te zien hoe ze elkaar aantrekken en afstoten, een klassiek thema in hedendaagse dans. Dit duet kreeg enkele jaren later (2010) zelfs een remake, speciaal gericht op een jongerenpubliek. Het volgende filmpje toont een compilatie van de beide uitvoeringen.</div><div>Wat als we vier dansparen de verzengende passie van een relatie laten dansen? Dat was het uitgangspunt voor <em>Grafted </em>(2012), waarin vier duo’s hetzelfde bewegingsmateriaal dansten, maar elk op hun eigen manier. Ze belichamen Tolstojs beroemde openingszin van Anna Karenina: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op een eigen manier.” Eén van de duetten uit <em>Grafted</em> toert sindsdien ook op aanvraag als locatiedansvoorstelling. Samen met zijn vriendin, actrice Guylène Olivares, creëerde Dehaes zelfs een dansduet dat in huiskamers speelt. Deze voorstelling heet niet alleen <em>Intimacy</em> (2013) omdat de toeschouwers zo dicht bij de performers zitten, maar evenzeer omdat ze getuige zijn van de relationele perikelen die hier worden gedanst. Na ‘het lichaam als ding’ uit zijn beginjaren, werden de emoties tussen ‘echte’ personen het belangrijkste thema in het latere werk van Ugo Dehaes.</div><blockquote>Dehaes kiest in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie.</blockquote><div>Het bekendst is Dehaes wellicht vanwege zijn elkaar spiegelende voorstellingen <em>WOMEN</em> (2010) en <em>GIRLS</em> (2013). In de eerste productie speelden acht danseressen tussen 30 en 60 jaar. Dehaes koos bewust voor deze leeftijdscategorie omdat hij wilde aantonen dat iets oudere vrouwen ook nog steeds uitstekende danseressen zijn. Door hun (levens)ervaring brengen zij immers een heel andere emotie en betekenis teweeg bij een publiek, wat de herkenbaarheid vergroot. Danseressen hoeven dus niet per se jong en atletisch te zijn, zoals helaas nog steeds de dominante perceptie is. Bij productiehuis fABULEUS creëerde Dehaes enkele jaren later de prequel <em>GIRLS</em> waarin hetzelfde – razend moeilijke – bewegingsmateriaal werd gedanst door piepjonge meisjes tussen 10 en 14 jaar. Hoewel ze de danssequenties foutloos uitvoeren, voelen de girls soms iets te jong aan voor bepaalde bewegingen. In enkele frivole verleidingsscènes lijken we in de meisjes al een voorbode te herkennen van de vrouwen die ze later zullen worden. Zoals in de onderstaande vergelijking te zien is, koos Dehaes in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie. De kleurrijke kostuums uit <em>GIRLS</em> contrasteren opvallend met de zwarte kledij die de danseressen in <em>WOMEN</em> dragen, waardoor de girls ondanks hun sérieux en de abstracte danstaal toch nog een naïviteit en speelsheid behouden.</div><div>Voorstellingen van Ugo Dehaes en zijn gezelschap kwaad bloed hebben telkens één kernidee als uitgangspunt, dat vervolgens op een radicale maar tegelijk erg toegankelijke manier wordt uitgewerkt. Voor <em>DMNT</em> (2015) was dat het persoonlijke verhaal van een familielid dat aftakelde door dementie. Deze dansvoorstelling was een poging om dit ‘vergeten’ te vertalen naar bewegingen. Een universeel en herkenbaar thema dus, maar wel in een abstracte vorm gegoten.</div><div>Dehaes ontwikkelde rond bijna al zijn voorstellingen ook workshops voor amateurs en professionele dansers. Hij houdt er nog meer participatieve projecten op na: zo maakte hij een jaar lang geregeld tijd vrij om in de studio te dansen met Shan, een meisje met een mentale handicap; coördineerde hij het project <em>Redance</em> in Zinnema, waarbij hij amateurdansers een scène uit het werk van professionele choreografen opnieuw liet creëren, en maakte hij zelfs een choreografie voor de jongeren van Vlaggendansgroep Symbolica.</div><div>In het seizoen 2015-2016 organiseerde hij <em>Off the Wall,</em> een workshopreeks en bootcamp waarin jonge hiphopdansers werden geconfronteerd met hedendaagse dansers, vanuit een oprechte interesse om het medium dans te verbreden en de kruisbestuiving tussen de beide genres op te zoeken. Hieruit volgt ook de grote dansproductie RATS bij fABULEUS, waarbij acht hiphoppers uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië op de scène in dialoog gaan met één hedendaagse danseres. In dit compilatiefilmpje krijg je een korte inkijk in hoe de Off the Wall-workshops verliepen.</div><div><br>AUTEUR:</div><div>FILIP TIELENS</div><div>Filip Tielens werkt als artistiek medewerker in Destelheide en als theaterjournalist voor verschillende media zoals Klara, Theaterkrant en Cutting Edge. Met zijn kunstkritiekcollectief De Zendelingen ontwikkelde hij verschillende projecten waarbij meerstemmige meningen op een multimediale manier worden ontsloten.</div> |
Huidige versie van 25 sep 2024 om 21:22
Danser en choreograaf Ugo Dehaes zette zijn eerste danspassen op zijn achttiende. Na een jaar vol workshops startte hij aan de dansschool P.A.R.T.S. van Anne Teresa De Keersmaeker. Hij werkte drie jaar als danser samen met choreografe Meg Stuart, alvorens eigen voorstellingen te ontwikkelen.
De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’. In zijn debuutvoorstelling Lijfstof (2000) bevonden de twee dansers zich elk in een te kleine doos, waardoor hun gezicht niet te zien was en hun lichaam slechts een homp vlees leek in een te krappe verpakking. Opvolger ROEST (2002) confronteerde twee danserslijven met een grote machine die hun lichamen manipuleerde.
De eerste producties van Ugo Dehaes kenmerkten zich door de zoektocht naar de ‘verdinglijking van het menselijk lichaam’.
Ugo Dehaes heeft een bijzondere fascinatie voor duetten. Hij creëerde al verschillende choreografieën met twee dansers, waarvan couple-like (2006) waarschijnlijk de bekendste is. Dit duet, gedanst door Ugo Dehaes en Keren Levi, toerde enkele jaren doorheen Europa en verbeeldt de energie en intimiteit tussen een man en een vrouw. In het onderstaande videofragment is duidelijk te zien hoe ze elkaar aantrekken en afstoten, een klassiek thema in hedendaagse dans. Dit duet kreeg enkele jaren later (2010) zelfs een remake, speciaal gericht op een jongerenpubliek. Het volgende filmpje toont een compilatie van de beide uitvoeringen.
Wat als we vier dansparen de verzengende passie van een relatie laten dansen? Dat was het uitgangspunt voor Grafted (2012), waarin vier duo’s hetzelfde bewegingsmateriaal dansten, maar elk op hun eigen manier. Ze belichamen Tolstojs beroemde openingszin van Anna Karenina: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op een eigen manier.” Eén van de duetten uit Grafted toert sindsdien ook op aanvraag als locatiedansvoorstelling. Samen met zijn vriendin, actrice Guylène Olivares, creëerde Dehaes zelfs een dansduet dat in huiskamers speelt. Deze voorstelling heet niet alleen Intimacy (2013) omdat de toeschouwers zo dicht bij de performers zitten, maar evenzeer omdat ze getuige zijn van de relationele perikelen die hier worden gedanst. Na ‘het lichaam als ding’ uit zijn beginjaren, werden de emoties tussen ‘echte’ personen het belangrijkste thema in het latere werk van Ugo Dehaes.
Dehaes kiest in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie.
Het bekendst is Dehaes wellicht vanwege zijn elkaar spiegelende voorstellingen WOMEN (2010) en GIRLS (2013). In de eerste productie speelden acht danseressen tussen 30 en 60 jaar. Dehaes koos bewust voor deze leeftijdscategorie omdat hij wilde aantonen dat iets oudere vrouwen ook nog steeds uitstekende danseressen zijn. Door hun (levens)ervaring brengen zij immers een heel andere emotie en betekenis teweeg bij een publiek, wat de herkenbaarheid vergroot. Danseressen hoeven dus niet per se jong en atletisch te zijn, zoals helaas nog steeds de dominante perceptie is. Bij productiehuis fABULEUS creëerde Dehaes enkele jaren later de prequel GIRLS waarin hetzelfde – razend moeilijke – bewegingsmateriaal werd gedanst door piepjonge meisjes tussen 10 en 14 jaar. Hoewel ze de danssequenties foutloos uitvoeren, voelen de girls soms iets te jong aan voor bepaalde bewegingen. In enkele frivole verleidingsscènes lijken we in de meisjes al een voorbode te herkennen van de vrouwen die ze later zullen worden. Zoals in de onderstaande vergelijking te zien is, koos Dehaes in beide producties voor een minimale scenografie: geen decor, geen muziek en alleen de ademhaling van de danseressen als structurerend element van de choreografie. De kleurrijke kostuums uit GIRLS contrasteren opvallend met de zwarte kledij die de danseressen in WOMEN dragen, waardoor de girls ondanks hun sérieux en de abstracte danstaal toch nog een naïviteit en speelsheid behouden.
Voorstellingen van Ugo Dehaes en zijn gezelschap kwaad bloed hebben telkens één kernidee als uitgangspunt, dat vervolgens op een radicale maar tegelijk erg toegankelijke manier wordt uitgewerkt. Voor DMNT (2015) was dat het persoonlijke verhaal van een familielid dat aftakelde door dementie. Deze dansvoorstelling was een poging om dit ‘vergeten’ te vertalen naar bewegingen. Een universeel en herkenbaar thema dus, maar wel in een abstracte vorm gegoten.
Dehaes ontwikkelde rond bijna al zijn voorstellingen ook workshops voor amateurs en professionele dansers. Hij houdt er nog meer participatieve projecten op na: zo maakte hij een jaar lang geregeld tijd vrij om in de studio te dansen met Shan, een meisje met een mentale handicap; coördineerde hij het project Redance in Zinnema, waarbij hij amateurdansers een scène uit het werk van professionele choreografen opnieuw liet creëren, en maakte hij zelfs een choreografie voor de jongeren van Vlaggendansgroep Symbolica.
In het seizoen 2015-2016 organiseerde hij Off the Wall, een workshopreeks en bootcamp waarin jonge hiphopdansers werden geconfronteerd met hedendaagse dansers, vanuit een oprechte interesse om het medium dans te verbreden en de kruisbestuiving tussen de beide genres op te zoeken. Hieruit volgt ook de grote dansproductie RATS bij fABULEUS, waarbij acht hiphoppers uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië op de scène in dialoog gaan met één hedendaagse danseres. In dit compilatiefilmpje krijg je een korte inkijk in hoe de Off the Wall-workshops verliepen.
AUTEUR:
FILIP TIELENS
Filip Tielens werkt als artistiek medewerker in Destelheide en als theaterjournalist voor verschillende media zoals Klara, Theaterkrant en Cutting Edge. Met zijn kunstkritiekcollectief De Zendelingen ontwikkelde hij verschillende projecten waarbij meerstemmige meningen op een multimediale manier worden ontsloten.