Nederlands:Serge Aimé Coulibaly (Q84794): verschil tussen versies
(eerste upload) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De Burkinees/Belgische choreograaf Serge Aimé Coulibaly (1972) wordt geboren in Bobo-Dioulasso, het economisch centrum van het West-Afrikaanse Burkina Faso. Opgroeien tijdens de ‘culturele revolutie’ van de progressieve, marxistische president Thomas Sankara, legt de basis voor zijn later artistiek engagement. In een land waar alles nog opgebouwd moet worden, is cultuur essentieel om de creativiteit in de hoofden van mensen te stimuleren. | |||
Voor Serge Aimé Coulibaly betekent dans een maatschappelijk engagement. Hij stelt de dagelijkse realiteit en de maatschappelijke evoluties in vraag en deelt dat onderzoek met zijn publiek. In zijn werk onderzoekt hij het snijvlak tussen persoonlijkheid en betrokkenheid - de spanning tussen enerzijds wat het individu beleeft of wil zeggen en anderzijds wat het engagement voor een betere wereld aan dat individu oplegt. Vanuit zijn engagement ontwikkelde hij een creatieproces dat vertrekt vanuit het dualiteitsprincipe. Iedere beweging die het lichaam doorkruist kent een tegengestelde. Iedere vorm van energie gaat gepaard met een tweede vorm. Hierdoor komen lichaam en geest in een staat waarin intuïtie en urgentie het overnemen. | |||
Voor Serge Aimé Coulibaly betekent dans een maatschappelijk engagement. Hij stelt de dagelijkse realiteit en de maatschappelijke evoluties in vraag en deelt dat onderzoek met zijn publiek | |||
Coulibaly start zijn carrière bij het multidisciplinaire gezelschap FEEREN van Amadou Bourou, waarmee hij door Afrika en Europa tourt. Hier krijgt hij een opleiding in theater, muziek en dans en ontwikkelt hij zich van speler tot maker. Dans blijkt zijn grote liefde. Eind jaren ‘90 treedt hij op het voorplan met de groepschoreografieën voor de openingsceremonies van de African Football Cup en het FESPACO (Festival panafricain du cinéma et de la télévision). Als jonge dertiger heeft hij lokaal de top bereikt. Coulibaly verhuist naar Europa op zoek naar nieuwe inspiratie. In 2002 komt hij via audities terecht bij les ballets C de la B, waar hij succesvolle interpretaties neerzet in Alain Platel’s Wolf en in Sidi Larbi Cherkaoui’s Tempus Fugit. | |||
Datzelfde jaar richt Serge Aimé Coulibaly zijn eigen gezelschap Faso Danse Theatre op met een werking die zich wereldwijd ontplooit. Hij creëert de voorstellingen altijd deels in Afrika en deels in Europa. De eerste grote Europese tournee komt er met Babemba in 2008 waarin Coulibaly en zijn dansers interpretaties neerzetten van de historische figuren Thomas Sankara, Nelson Mandela, Kwame Nkrumah en Patrice Lumumba in hun strijd voor een betere wereld en nadien met Kohkuma 7° sud over de rol van geweld in het vormen van een nieuwe samenleving. | |||
Na zijn deelname aan Alain Platel’s opera C(H)OEURS in 2012, volgt een belangrijke nieuwe stap in Coulibaly’s artistiek parcours. Hij stelt zich vragen over de combinatie van zijn ouder wordend lichaam met zijn explosief dansmateriaal en over zijn maatschappelijk engagement vanuit een dagelijks leven dat zich inmiddels evenredig in Afrika en Europa afspeelt. Hieruit ontstaat de introspectieve solo Fadjiri in 2013 waarin hij een nieuwe choreografische signatuur ontwikkelt. | |||
De expressie via het dualiteitsprincipe zit in Fadjiri niet langer in virtuose explosieve fysieke sprongen maar verplaatst zich naar een veel gedetailleerdere spanning binnen het lichaam. In 2015 maakt Coulibaly op uitgenodiging van De Grote Post in Oostende GLOED, een voorstelling met ruim zestig dansers (professionelen en amateurs), allen ouder dan vijftig. Hij zet hiermee het opgestarte onderzoek in Fadjiri verder. Het is ook de uitgelezen kans om zich artistiek te verhouden tot die Westerse wereld die inmiddels evenzeer de zijne is. Ouderen, vluchtelingen, werklozen of mensen getroffen door ziekte worden gezien als onproductief, opgebruikt, nutteloos. Ze dragen niet meer bij tot de samenleving. Hun waarde is afgenomen, ze spreken niet langer de taal van vernieuwing of technologie, geen Nederlands,… Een tot stilte veroordeelde massa. Coulibaly verzet zich in GLOED tegen deze populaire, simplistische stigma’s. Samen met de oudere dansers richt hij de spots op de menselijkheid van deze anonieme groepen. Cineaste Lisa Tahon maakt een gelijknamige documentaire over het creatieproces. | |||
Het typeert de mens en maker Serge Aimé Coulibaly, om in diezelfde periode te investeren in een andere droom: ANKATA, een internationaal kunstlaboratorium voor onderzoek en creatie in Bobo Dioulasso. Deze kunstenwerkplaats, beheerd door Coulibaly en zonder inmenging van het netwerk rond het Institut Français, is er zowel voor de ondersteuning van lokale kunstenaars als voor internationale makers op zoek naar een andere context voor hun creaties. ANKATA opent in september 2014 met de eerste repetities voor Nuit Blanche à Ouagadougou - een voorstelling over een nacht van opstand en verandering in een denkbeeldige Afrikaanse hoofdstad. De realiteit haalt op dat moment de fictie in. De lokale verkiezingen staan voor de deur en de onderhuidse spanning is voelbaar. De eerste voorstellingen vinden plaats in Ouagadougou net voor de massale burgerprotesten van 30 en 31 oktober 2014 die president Blaise Compaoré ten val brengen. Wat op de scène en in de stad gebeurt, vloeit in elkaar over. Overdag spreekt rapper en activist Smockey de massa en de media toe op het “place de la révolution” en staan de dansers tussen de betogers. ’s Avonds staan zij samen op de scène met een voorstelling die net gaat over opstand. Na de voorstelling gaat het gesprek verder, met het publiek, met de andere aanwezige artiesten en programmatoren. | |||
Kalakuta Republik in 2016 betekent de grote internationale doorbraak. Waar Coulibaly het in Nuit blanche à Ouagadougou over de Afrikaanse samenleving heeft en in GLOED vooral de westerse maatschappij op de rooster legt, is nu de complexe en geglobaliseerde wereld het onderwerp. De muziek en het leven van de Nigeriaanse muzikant en activist Fela Kuti vormen de basis voor enkele prangende vragen: welke gebeurtenissen in de wereld zijn voor mensen drijvende krachten om te zoeken naar alternatieven? Vanwaar de behoefte aan een charismatische leider? Welke macht heb je als beweging en onder welke omstandigheden kun je die uitvoeren? Deze vragen vinden hun weg naar een steeds complexere choreografie waarin ook de stem en tekst een plaats krijgen binnen een multimediale scenografie. | |||
Naast de creatie van zijn eigen voorstellingen en het beheer van de kunstenwerkplaats ANKATA, vormt ook het delen van zijn werkmethode een belangrijke poot in het artistiek parcours van Serge Aimé Coulibaly. Via die uitwisseling investeert hij niet alleen in de vorming van dansers en choreografen wereldwijd, ze zorgt er ook voor dat hij voortdurend zijn eigen materiaal in vraag stelt. Hij ontmoet en ontdekt op die manier ook nieuwe dansers voor toekomstige creaties. | |||
Als antwoord op de grote vraag naar workshops en masterclasses, creëert hij in 2013 Quand Je Danse Je Parle Aussi et Quand Je ne Parle Pas, Je Danse Peut-Être. Via deze conférence dansée ontmoet hij dansers wereldwijd en begeleidt hij hen in het vinden van hun persoonlijke bewegingstaal. Hij stelt hun overtuigingen en gewoontes in vraag en daagt hen uit om een eigen dans te ontwikkelen vanuit hun persoonlijke geschiedenis en culturele achtergrond. | |||
AUTEUR: | |||
SARA VANDERIECK | |||
Sara Vanderieck werkt als dramaturg voor Serge Aimé Coulibaly, Lisi Estaràs, Mirko Banovic, Bára Sigfúsdóttir, Ayelen Parolin en NaïF Production. Vanderieck studeerde af als theatermaker aan het RITCS. In 2006 vervoegde ze les ballets C de la B, eerst als productiemanager, later als artistiek assistent voor Alain Platel en Lisi Estaràs. Vanaf 2012 werd ze deel van de artistieke leiding van De Grote Post, cultuurcentrum in Oostende. |
Huidige versie van 25 sep 2024 om 09:33
De Burkinees/Belgische choreograaf Serge Aimé Coulibaly (1972) wordt geboren in Bobo-Dioulasso, het economisch centrum van het West-Afrikaanse Burkina Faso. Opgroeien tijdens de ‘culturele revolutie’ van de progressieve, marxistische president Thomas Sankara, legt de basis voor zijn later artistiek engagement. In een land waar alles nog opgebouwd moet worden, is cultuur essentieel om de creativiteit in de hoofden van mensen te stimuleren.
Voor Serge Aimé Coulibaly betekent dans een maatschappelijk engagement. Hij stelt de dagelijkse realiteit en de maatschappelijke evoluties in vraag en deelt dat onderzoek met zijn publiek. In zijn werk onderzoekt hij het snijvlak tussen persoonlijkheid en betrokkenheid - de spanning tussen enerzijds wat het individu beleeft of wil zeggen en anderzijds wat het engagement voor een betere wereld aan dat individu oplegt. Vanuit zijn engagement ontwikkelde hij een creatieproces dat vertrekt vanuit het dualiteitsprincipe. Iedere beweging die het lichaam doorkruist kent een tegengestelde. Iedere vorm van energie gaat gepaard met een tweede vorm. Hierdoor komen lichaam en geest in een staat waarin intuïtie en urgentie het overnemen.
Voor Serge Aimé Coulibaly betekent dans een maatschappelijk engagement. Hij stelt de dagelijkse realiteit en de maatschappelijke evoluties in vraag en deelt dat onderzoek met zijn publiek
Coulibaly start zijn carrière bij het multidisciplinaire gezelschap FEEREN van Amadou Bourou, waarmee hij door Afrika en Europa tourt. Hier krijgt hij een opleiding in theater, muziek en dans en ontwikkelt hij zich van speler tot maker. Dans blijkt zijn grote liefde. Eind jaren ‘90 treedt hij op het voorplan met de groepschoreografieën voor de openingsceremonies van de African Football Cup en het FESPACO (Festival panafricain du cinéma et de la télévision). Als jonge dertiger heeft hij lokaal de top bereikt. Coulibaly verhuist naar Europa op zoek naar nieuwe inspiratie. In 2002 komt hij via audities terecht bij les ballets C de la B, waar hij succesvolle interpretaties neerzet in Alain Platel’s Wolf en in Sidi Larbi Cherkaoui’s Tempus Fugit.
Datzelfde jaar richt Serge Aimé Coulibaly zijn eigen gezelschap Faso Danse Theatre op met een werking die zich wereldwijd ontplooit. Hij creëert de voorstellingen altijd deels in Afrika en deels in Europa. De eerste grote Europese tournee komt er met Babemba in 2008 waarin Coulibaly en zijn dansers interpretaties neerzetten van de historische figuren Thomas Sankara, Nelson Mandela, Kwame Nkrumah en Patrice Lumumba in hun strijd voor een betere wereld en nadien met Kohkuma 7° sud over de rol van geweld in het vormen van een nieuwe samenleving.
Na zijn deelname aan Alain Platel’s opera C(H)OEURS in 2012, volgt een belangrijke nieuwe stap in Coulibaly’s artistiek parcours. Hij stelt zich vragen over de combinatie van zijn ouder wordend lichaam met zijn explosief dansmateriaal en over zijn maatschappelijk engagement vanuit een dagelijks leven dat zich inmiddels evenredig in Afrika en Europa afspeelt. Hieruit ontstaat de introspectieve solo Fadjiri in 2013 waarin hij een nieuwe choreografische signatuur ontwikkelt.
De expressie via het dualiteitsprincipe zit in Fadjiri niet langer in virtuose explosieve fysieke sprongen maar verplaatst zich naar een veel gedetailleerdere spanning binnen het lichaam. In 2015 maakt Coulibaly op uitgenodiging van De Grote Post in Oostende GLOED, een voorstelling met ruim zestig dansers (professionelen en amateurs), allen ouder dan vijftig. Hij zet hiermee het opgestarte onderzoek in Fadjiri verder. Het is ook de uitgelezen kans om zich artistiek te verhouden tot die Westerse wereld die inmiddels evenzeer de zijne is. Ouderen, vluchtelingen, werklozen of mensen getroffen door ziekte worden gezien als onproductief, opgebruikt, nutteloos. Ze dragen niet meer bij tot de samenleving. Hun waarde is afgenomen, ze spreken niet langer de taal van vernieuwing of technologie, geen Nederlands,… Een tot stilte veroordeelde massa. Coulibaly verzet zich in GLOED tegen deze populaire, simplistische stigma’s. Samen met de oudere dansers richt hij de spots op de menselijkheid van deze anonieme groepen. Cineaste Lisa Tahon maakt een gelijknamige documentaire over het creatieproces.
Het typeert de mens en maker Serge Aimé Coulibaly, om in diezelfde periode te investeren in een andere droom: ANKATA, een internationaal kunstlaboratorium voor onderzoek en creatie in Bobo Dioulasso. Deze kunstenwerkplaats, beheerd door Coulibaly en zonder inmenging van het netwerk rond het Institut Français, is er zowel voor de ondersteuning van lokale kunstenaars als voor internationale makers op zoek naar een andere context voor hun creaties. ANKATA opent in september 2014 met de eerste repetities voor Nuit Blanche à Ouagadougou - een voorstelling over een nacht van opstand en verandering in een denkbeeldige Afrikaanse hoofdstad. De realiteit haalt op dat moment de fictie in. De lokale verkiezingen staan voor de deur en de onderhuidse spanning is voelbaar. De eerste voorstellingen vinden plaats in Ouagadougou net voor de massale burgerprotesten van 30 en 31 oktober 2014 die president Blaise Compaoré ten val brengen. Wat op de scène en in de stad gebeurt, vloeit in elkaar over. Overdag spreekt rapper en activist Smockey de massa en de media toe op het “place de la révolution” en staan de dansers tussen de betogers. ’s Avonds staan zij samen op de scène met een voorstelling die net gaat over opstand. Na de voorstelling gaat het gesprek verder, met het publiek, met de andere aanwezige artiesten en programmatoren.
Kalakuta Republik in 2016 betekent de grote internationale doorbraak. Waar Coulibaly het in Nuit blanche à Ouagadougou over de Afrikaanse samenleving heeft en in GLOED vooral de westerse maatschappij op de rooster legt, is nu de complexe en geglobaliseerde wereld het onderwerp. De muziek en het leven van de Nigeriaanse muzikant en activist Fela Kuti vormen de basis voor enkele prangende vragen: welke gebeurtenissen in de wereld zijn voor mensen drijvende krachten om te zoeken naar alternatieven? Vanwaar de behoefte aan een charismatische leider? Welke macht heb je als beweging en onder welke omstandigheden kun je die uitvoeren? Deze vragen vinden hun weg naar een steeds complexere choreografie waarin ook de stem en tekst een plaats krijgen binnen een multimediale scenografie.
Naast de creatie van zijn eigen voorstellingen en het beheer van de kunstenwerkplaats ANKATA, vormt ook het delen van zijn werkmethode een belangrijke poot in het artistiek parcours van Serge Aimé Coulibaly. Via die uitwisseling investeert hij niet alleen in de vorming van dansers en choreografen wereldwijd, ze zorgt er ook voor dat hij voortdurend zijn eigen materiaal in vraag stelt. Hij ontmoet en ontdekt op die manier ook nieuwe dansers voor toekomstige creaties.
Als antwoord op de grote vraag naar workshops en masterclasses, creëert hij in 2013 Quand Je Danse Je Parle Aussi et Quand Je ne Parle Pas, Je Danse Peut-Être. Via deze conférence dansée ontmoet hij dansers wereldwijd en begeleidt hij hen in het vinden van hun persoonlijke bewegingstaal. Hij stelt hun overtuigingen en gewoontes in vraag en daagt hen uit om een eigen dans te ontwikkelen vanuit hun persoonlijke geschiedenis en culturele achtergrond.
AUTEUR:
SARA VANDERIECK
Sara Vanderieck werkt als dramaturg voor Serge Aimé Coulibaly, Lisi Estaràs, Mirko Banovic, Bára Sigfúsdóttir, Ayelen Parolin en NaïF Production. Vanderieck studeerde af als theatermaker aan het RITCS. In 2006 vervoegde ze les ballets C de la B, eerst als productiemanager, later als artistiek assistent voor Alain Platel en Lisi Estaràs. Vanaf 2012 werd ze deel van de artistieke leiding van De Grote Post, cultuurcentrum in Oostende.