Nederlands:Emmanuel Durlet (Q519362): verschil tussen versies
(eerste upload) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De pianist-componist Emmanuel Durlet (1893-1977) stamt uit een bekende Antwerpse kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader was architect en een belangrijke promotor van de neogotiek in België. Emmanuel Durlet beweerde later dat die sfeer van de middeleeuwen en de gotiek hem van jongs af heeft beïnvloed. Op zijn achtste trad hij reeds met werk van Mozart in het openbaar op. <br />Durlet studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen: harmonie bij Edward Verheyden, compositie bij Lodewijk Mortelmans en piano bij Frans Lenaerts. Nadat hij op zijn zestiende met grootste onderscheiding zijn einddiploma piano had gehaald speelde hij op de prijsuitreiking het pianoconcerto van Grieg. In april 1912 trok hij naar Wenen om zich aan de Meisterschule für Klavier bij Leopold Godowsky te vervolmaken. Onder zijn medeleerlingen waren later beroemde virtuozen als Heinrich Neuheus, Felix Petyrek, Albert Tadlewski en Hermann Wasserman. <br />Het uitbreken van de oorlog dwong Durlet naar Antwerpen terug te keren en na nog eens vier jaar van intense studie begint hij een carrière als concertpianist. Hij laat zich opmerken met een integrale van de 32 pianosonates van Ludwig Van Beethoven, in twee maanden tijd gespreid over tien uitvoeringen. De muziekkritiek gaf hem de titel poëet van het klavier. <br />In 1920 wordt hij pianoleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen waar hij bijna veertig jaar lang verschillende generaties pianisten opleidt. Onder hen André Cluytens, Eugeen Traey, Denise Tolkowsky, Walter Crabeels, Frans Cauwenberghs, Julien Esser en Kamiel Cooremans. Zijn pedagogische activiteiten zouden zijn carrière als concertpianist steeds meer overschaduwen. <br />Pas in 1933, hij was toen al veertig, componeerde hij zijn eerste opusnummer. Als componist richtte hij zich uiteraard vooral naar de piano: hij schreef zowat vijftig werken voor piano (plus een tachtigtal pedagogische werken voor beginnende pianisten), kamermuziek – met een vooraanstaande rol voor de piano -, liederen, een vioolconcerto en een pianoconcerto met als titel Middeleeuwse Sproke. Zoals bij Benoit gaat het hier om een kruisbestuiving tussen een symfonisch gedicht en een concerto. Durlet herwerkte trouwens Benoits Symfonisch gedicht voor piano en orkest en voerde het werk 22 keer uit. <br />Het overgrote deel van Durlets werken is programmatisch van inslag, iets wat hij ook met suggestieve titels en uitgebreide begeleidende teksten duidelijk maakt. Zijn melodieën roepen herinneringen aan het oudnederlandse lied op, terwijl zijn harmonie gekenmerkt wordt door een vermenging van de ‘klassieke’ tonaliteiten met oude modi en modale wendingen. <br />Durlet had veel belangstelling voor oude Vlaamse klaviermuziek. Dit was een uitvloeisel van zijn opleiding die hij nog had genoten volgens Peter Benoits algemeen leerplan dat de studie van die componisten verplichtte. Zo maakte hij ongeveer driehonderd transcripties van klavierwerken van onder andere Kennis, Fiocco, Van Malderen, Boutmy en Loeillet. <br />In 1925 bouwde hij zelf een klavecimbel. <br />Hij publiceerde een aantal pedagogische werken: Pianostudie en –spel (een volledige pianomethode in vier delen), Methode voor beginnelingen en Ik zal goed piano spelen. In deze laatste methode besteedt hij veel aandacht aan het polyfoon spel, de onafhankelijkheid van de handen en het gebruik van volksliederen en –ritmen. <br />Het Emmanuel Durletfonds houdt de herinnering aan de componist levendig en wil zijn composities meer bekendheid geven. Daartoe organiseert het fonds ook een internationale pianowedstrijd. | De pianist-componist Emmanuel Durlet (1893-1977) stamt uit een bekende Antwerpse kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader was architect en een belangrijke promotor van de neogotiek in België. Emmanuel Durlet beweerde later dat die sfeer van de middeleeuwen en de gotiek hem van jongs af heeft beïnvloed. Op zijn achtste trad hij reeds met werk van Mozart in het openbaar op. <br />Durlet studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen: harmonie bij Edward Verheyden, compositie bij Lodewijk Mortelmans en piano bij Frans Lenaerts. Nadat hij op zijn zestiende met grootste onderscheiding zijn einddiploma piano had gehaald speelde hij op de prijsuitreiking het pianoconcerto van Grieg. In april 1912 trok hij naar Wenen om zich aan de Meisterschule für Klavier bij Leopold Godowsky te vervolmaken. Onder zijn medeleerlingen waren later beroemde virtuozen als Heinrich Neuheus, Felix Petyrek, Albert Tadlewski en Hermann Wasserman. <br />Het uitbreken van de oorlog dwong Durlet naar Antwerpen terug te keren en na nog eens vier jaar van intense studie begint hij een carrière als concertpianist. Hij laat zich opmerken met een integrale van de 32 pianosonates van Ludwig Van Beethoven, in twee maanden tijd gespreid over tien uitvoeringen. De muziekkritiek gaf hem de titel poëet van het klavier. <br />In 1920 wordt hij pianoleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen waar hij bijna veertig jaar lang verschillende generaties pianisten opleidt. Onder hen André Cluytens, Eugeen Traey, Denise Tolkowsky, Walter Crabeels, Frans Cauwenberghs, Julien Esser en Kamiel Cooremans. Zijn pedagogische activiteiten zouden zijn carrière als concertpianist steeds meer overschaduwen. <br />Pas in 1933, hij was toen al veertig, componeerde hij zijn eerste opusnummer. Als componist richtte hij zich uiteraard vooral naar de piano: hij schreef zowat vijftig werken voor piano (plus een tachtigtal pedagogische werken voor beginnende pianisten), kamermuziek – met een vooraanstaande rol voor de piano -, liederen, een vioolconcerto en een pianoconcerto met als titel Middeleeuwse Sproke. Zoals bij Benoit gaat het hier om een kruisbestuiving tussen een symfonisch gedicht en een concerto. Durlet herwerkte trouwens Benoits Symfonisch gedicht voor piano en orkest en voerde het werk 22 keer uit. <br />Het overgrote deel van Durlets werken is programmatisch van inslag, iets wat hij ook met suggestieve titels en uitgebreide begeleidende teksten duidelijk maakt. Zijn melodieën roepen herinneringen aan het oudnederlandse lied op, terwijl zijn harmonie gekenmerkt wordt door een vermenging van de ‘klassieke’ tonaliteiten met oude modi en modale wendingen. <br />Durlet had veel belangstelling voor oude Vlaamse klaviermuziek. Dit was een uitvloeisel van zijn opleiding die hij nog had genoten volgens Peter Benoits algemeen leerplan dat de studie van die componisten verplichtte. Zo maakte hij ongeveer driehonderd transcripties van klavierwerken van onder andere Kennis, Fiocco, Van Malderen, Boutmy en Loeillet. <br />In 1925 bouwde hij zelf een klavecimbel. <br />Hij publiceerde een aantal pedagogische werken: Pianostudie en –spel (een volledige pianomethode in vier delen), Methode voor beginnelingen en Ik zal goed piano spelen. In deze laatste methode besteedt hij veel aandacht aan het polyfoon spel, de onafhankelijkheid van de handen en het gebruik van volksliederen en –ritmen. <br />Het Emmanuel Durletfonds houdt de herinnering aan de componist levendig en wil zijn composities meer bekendheid geven. Daartoe organiseert het fonds ook een internationale pianowedstrijd. |
Huidige versie van 25 sep 2024 om 19:48
De pianist-componist Emmanuel Durlet (1893-1977) stamt uit een bekende Antwerpse kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader was architect en een belangrijke promotor van de neogotiek in België. Emmanuel Durlet beweerde later dat die sfeer van de middeleeuwen en de gotiek hem van jongs af heeft beïnvloed. Op zijn achtste trad hij reeds met werk van Mozart in het openbaar op.
Durlet studeerde aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen: harmonie bij Edward Verheyden, compositie bij Lodewijk Mortelmans en piano bij Frans Lenaerts. Nadat hij op zijn zestiende met grootste onderscheiding zijn einddiploma piano had gehaald speelde hij op de prijsuitreiking het pianoconcerto van Grieg. In april 1912 trok hij naar Wenen om zich aan de Meisterschule für Klavier bij Leopold Godowsky te vervolmaken. Onder zijn medeleerlingen waren later beroemde virtuozen als Heinrich Neuheus, Felix Petyrek, Albert Tadlewski en Hermann Wasserman.
Het uitbreken van de oorlog dwong Durlet naar Antwerpen terug te keren en na nog eens vier jaar van intense studie begint hij een carrière als concertpianist. Hij laat zich opmerken met een integrale van de 32 pianosonates van Ludwig Van Beethoven, in twee maanden tijd gespreid over tien uitvoeringen. De muziekkritiek gaf hem de titel poëet van het klavier.
In 1920 wordt hij pianoleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen waar hij bijna veertig jaar lang verschillende generaties pianisten opleidt. Onder hen André Cluytens, Eugeen Traey, Denise Tolkowsky, Walter Crabeels, Frans Cauwenberghs, Julien Esser en Kamiel Cooremans. Zijn pedagogische activiteiten zouden zijn carrière als concertpianist steeds meer overschaduwen.
Pas in 1933, hij was toen al veertig, componeerde hij zijn eerste opusnummer. Als componist richtte hij zich uiteraard vooral naar de piano: hij schreef zowat vijftig werken voor piano (plus een tachtigtal pedagogische werken voor beginnende pianisten), kamermuziek – met een vooraanstaande rol voor de piano -, liederen, een vioolconcerto en een pianoconcerto met als titel Middeleeuwse Sproke. Zoals bij Benoit gaat het hier om een kruisbestuiving tussen een symfonisch gedicht en een concerto. Durlet herwerkte trouwens Benoits Symfonisch gedicht voor piano en orkest en voerde het werk 22 keer uit.
Het overgrote deel van Durlets werken is programmatisch van inslag, iets wat hij ook met suggestieve titels en uitgebreide begeleidende teksten duidelijk maakt. Zijn melodieën roepen herinneringen aan het oudnederlandse lied op, terwijl zijn harmonie gekenmerkt wordt door een vermenging van de ‘klassieke’ tonaliteiten met oude modi en modale wendingen.
Durlet had veel belangstelling voor oude Vlaamse klaviermuziek. Dit was een uitvloeisel van zijn opleiding die hij nog had genoten volgens Peter Benoits algemeen leerplan dat de studie van die componisten verplichtte. Zo maakte hij ongeveer driehonderd transcripties van klavierwerken van onder andere Kennis, Fiocco, Van Malderen, Boutmy en Loeillet.
In 1925 bouwde hij zelf een klavecimbel.
Hij publiceerde een aantal pedagogische werken: Pianostudie en –spel (een volledige pianomethode in vier delen), Methode voor beginnelingen en Ik zal goed piano spelen. In deze laatste methode besteedt hij veel aandacht aan het polyfoon spel, de onafhankelijkheid van de handen en het gebruik van volksliederen en –ritmen.
Het Emmanuel Durletfonds houdt de herinnering aan de componist levendig en wil zijn composities meer bekendheid geven. Daartoe organiseert het fonds ook een internationale pianowedstrijd.