Nederlands:Frank Nuyts (Q524253): verschil tussen versies
eerste upload |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
<p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Frank Nuyts werd geboren op 3 februari 1957 te Oostende. Zijn muzikale vorming krijgt hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent. Daar behaalt hij hogere diploma’s voor slagwerk en kamermuziek. Vanaf 1985 tot 2016 doceert hij compositie en orkestratie aan ditzelfde conservatorium. Na het voorleggen van enkele werken die hij schrijft tijdens zijn studententijd, wordt hij uitgenodigd door de componist Lucien Goethals om bij hem compositie en analyse van twintigste-eeuwse muziek te studeren aan het Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek (IPEM). De studie van de muziek van Goethals, Webern en de andere modernen (die hij via Goethals leert kennen) hebben zijn werk sterk beïnvloed.</p>Tussen 1979 en 1985 krijgt Nuyts stilaan bekendheid binnen het landschap van nieuwe muziek. Hij wint enkele prijzen waaronder de Tenutoprijs in 1979 voor de compositie Alsof de hand nooit meer weggaat in opdracht van de BRT, en in 1981 een bekroning voor de soundtrack Bombos del Sol van de abstracte animatiefilm Kosmogonia dat vertoond wordt op het filmfestival van Brussel. Hij onderneemt een concertreis naar Hongarije (1982) en kan verder op enkele belangrijke gelegenheden zijn stukken opvoeren (onder andere Philtre op het Gaudeamus festival voor Nieuwe Muziek te Amsterdam in 1984 en Squib ter afsluiting van het congres in 1985 te Seoul over neotonale muziek). |
|||
<p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem"><span style="box-sizing: border-box">Frank Nuyts werd geboren op 3 februari 1957 te Oostende. Zijn muzikale vorming krijgt hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent. Daar behaalt hij hogere diploma’s voor slagwerk en kamermuziek. Vanaf 1985 tot 2016 doceert hij compositie en orkestratie aan ditzelfde conservatorium. Na het voorleggen van enkele werken die hij schrijft tijdens zijn studententijd, wordt hij uitgenodigd door de componist </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/goethals-lucien/" target="_blank">Lucien Goethals</a></span><span style="box-sizing: border-box"> om bij hem compositie en analyse van twintigste-eeuwse muziek te studeren aan het Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek (IPEM). De studie van de muziek van Goethals, Webern en de andere modernen (die hij via Goethals leert kennen) hebben zijn werk sterk beïnvloed.</span></p><p><span>Tussen 1979 en 1985 krijgt Nuyts stilaan bekendheid binnen het landschap van nieuwe muziek. Hij wint enkele prijzen waaronder de Tenutoprijs in 1979 voor de compositie <span style="box-sizing: border-box">Alsof de hand nooit meer weggaat</span> in opdracht van de BRT, en in 1981 een bekroning voor de soundtrack <span style="box-sizing: border-box">Bombos del Sol</span> van de abstracte animatiefilm <span style="box-sizing: border-box">Kosmogonia</span> dat vertoond wordt op het filmfestival van Brussel. Hij onderneemt een concertreis naar Hongarije (1982) en kan verder op enkele belangrijke gelegenheden zijn stukken opvoeren (onder andere <span style="box-sizing: border-box">Philtre </span>op het Gaudeamus festival voor Nieuwe Muziek te Amsterdam in 1984 en <span style="box-sizing: border-box">Squib </span>ter afsluiting van het congres in 1985 te Seoul over neotonale muziek).</span></p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem"><span style="box-sizing: border-box">Na een periode van bezinning slaat Nuyts in 1986 een nieuwe weg in. Naar aanleiding van zijn interesse voor niet-klassieke muziek en als gevolg van zijn vriendschap met </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/buckinx-boudewijn/" target="_blank">Boudewijn Buckinx</a></span><span style="box-sizing: border-box"> wordt hij samen met deze laatstgenoemde componist één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het postmodernisme in Vlaanderen. Zijn eerste belangrijke postmoderne werken <span style="box-sizing: border-box">Rastapasta </span>en <span style="box-sizing: border-box">Woodnotes</span>worden in 1987 samen met enkele stukken van Buckinx gecreëerd tijdens een (controversieel) concert in Gent. Een andere interessante collaboratie om te vernoemen is die met </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/brosse-dirk/" target="_blank">Dirk Brossé</a></span><span style="box-sizing: border-box">, </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/posman-lucien/" target="_blank">Lucien Posman</a></span><span style="box-sizing: border-box"> en </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/devreese-frederic/" target="_blank">Frederik Devreese</a></span><span style="box-sizing: border-box"> waaruit een liedbundel op teksten van Poesjkin ontstaat. Het postmodernisme is iets waar Nuyts zich tevergeefs ettelijke keren van probeert te bevrijden.</span></p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem"><span style="box-sizing: border-box">In 1989 richt Nuyts samen met zijn vrouw de groep Hardscore op om dusdanig een geëigende accurate uitvoering van zijn werken te garanderen. Het zevenkoppige ensemble bestaat uit elektronische keyboards, een versterkte marimba, saxofoons, vocale stemmen, elektronische bas en percussie. Verdere belangrijke feiten uit de periode 1986 tot 1995 zijn de samenwerking met het kunstencentrum Vooruit in Gent (creaties van <span style="box-sizing: border-box">B-Side Art, Music to raise hell, Ga.n </span>en <span style="box-sizing: border-box">Le concert impromptu</span>), de contacten met de componist-dirigent </span><span><a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/brosse-dirk/" target="_blank">Dirk Brossé</a></span><span style="box-sizing: border-box"> (creaties van <span style="box-sizing: border-box">When the tombs of brass are spent</span> en de Tweede Symfonie), enkele concertreizen naar Glasgow en Wenen, en het ontvangen van de Prix de la musique contemporaine de Québec (1992) voor zijn integrale kamermuziekoeuvre. Tenslotte ontvangt hij drie jaar later de vijfjaarlijkse cultuurprijs van de Stad Gent.</span></p><p><span>Beginnende vanaf dit punt neemt de groep Hardscore een centrale plaats in in Nuyts’ oeuvre: hij componeert zes boeken met de titel <span style="box-sizing: border-box">Hard Scores</span> waarvan de laatste in 2000 afgewerkt wordt in opdracht van het Festival van Vlaanderen. In 1997, 1998 en 1999 worden er cd-opnames gemaakt van deze boeken, respectievelijk de vierde, de tweede, de derde en ten slotte de vijfde. In 2014 wordt Hardscore nieuw leven ingeblazen. Hierbij fungeert beeldend kunstenaar Fabien Delthauwer als troef. Dit resulteert in een nieuwe opdracht van de Bijloke, <span style="box-sizing: border-box">Carbon Fixation</span> (2015).</span></p><p><span>In 1998 is hij artiest in residentie van <span style="box-sizing: border-box">I Fiamminghi.</span> Daarnaast componeert hij, meestal in opdracht, enkele werken voor een meer klassieke bezetting. Sinds 2002 levert hij composities voor het theatergezelschap Ensemble Leporello. Deze stap naar theater en drama trekt hij vervolgens verder met andere opdrachten waaronder <span style="box-sizing: border-box">Middle East, Tongval, Noita Inquieta en Paternel. </span>2002 is bovendien het jaar waarin zijn Tweede, Derde en Vierde pianosonates tot realisatie komen. Zijn dertiende en achttiende sonates worden in 2013 bekroond met de eerste Sabam Award voor Hedendaagse klassieke muziek, en in 2015 geeft De Bijloke een 6-delige cd-box uit met live-opnames van de 18 sonates die hij op dat moment schrijft. Dit programma wordt gespreid over 6 concerten tussen 2012 en 2015 uitgevoerd. Een jaar later vult hij dat oeuvre aan met nog eens drie sonates.</span></p><p><span>Doorheen zijn loopbaan krijgt Nuyts verschillende opdrachten van onder meer het Symfonieorkest Vlaanderen, VZW Zonzo voor een uitvoering met deFilharmonie en het Emanon ensemble. Hiervoor creëert hij respectievelijk <span style="box-sizing: border-box">Different from habit</span> (2005), zijn Vierde Symfonie <span style="box-sizing: border-box">Brandgang</span> (2005), en voor het Emanon ensemble <span style="box-sizing: border-box">innocence in admiration</span> (2008) en zijn Vijfde Symfonie <span style="box-sizing: border-box">fetish</span> (2009)<span style="box-sizing: border-box">.</span> Naar aanleiding van het Mozartjaar in 2006 wordt hem gevraagd een compositie te schrijven op basis van zijn overgebleven schetsen. Dit resulteert in <span style="box-sizing: border-box">Rats and Rabbits</span>. Zijn vijftigste verjaardag in 2007 wordt uitvoerig gevierd met een concert dat zijn vrouw Iris De Blaere op poten zet: “Frank Nuyts: 50 jaar en op dreef”. Ook in deze jaren krijgt hij tal van opdrachten waaronder <span style="box-sizing: border-box">The Trances</span> voor strijkkwartet in opdracht van Transitfestival 2006 en <span style="box-sizing: border-box">… where the wind goes..</span>. in opdracht van I Solisti del Vento in 2007.</span></p><p><span>In 2008 en 2009 komen er nog twee werken bij op zijn palmares: een recitativo accompagnato<span style="box-sizing: border-box"> </span>met de titel <span style="box-sizing: border-box">De Wijdere Wereld van Water</span>, en <span style="box-sizing: border-box">Arabische nacht</span> dat gebaseerd is op een theaterstuk van Roland Schimmelpfenning. Deze keer voor piano en een verteller, en in beide gevallen is het in collaboratie met Dirk Opstaele. Een jaar later in 2010 levert hij de kameropera <span style="box-sizing: border-box">Middle East</span> voor LOD op tekst van Philippe Blasband. Dit werk wordt naderhand bekroond met de Prijs Nieuwe Muziek van de Provincie Oost-Vlaanderen. Verder staat vanaf 2011 een reeks muzikale theaterwerken in zijn oeuvre: <span style="box-sizing: border-box">Tongval</span> (2011) op een zelfgeschreven tekst, <span style="box-sizing: border-box">Paternel</span> (2013) en <span style="box-sizing: border-box">Chut!</span> (2015) op libretti van Blasband, en <span style="box-sizing: border-box">Noite inquieta a monodrama</span> (2012) met tekst van Fernando Pessoa.</span></p><p><span>Frank Nuyts is een actieve en veelzijdige componist. Verschillende bezettingen en genres komen aan bod met een specifieke aandacht voor kamermuziek. Tot op vandaag blijft Nuyts bijzonder actief als componist, zowel voor kleine als voor grotere bezettingen.</span></p> |
|||
Na een periode van bezinning slaat Nuyts in 1986 een nieuwe weg in. Naar aanleiding van zijn interesse voor niet-klassieke muziek en als gevolg van zijn vriendschap met Boudewijn Buckinx wordt hij samen met deze laatstgenoemde componist één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het postmodernisme in Vlaanderen. Zijn eerste belangrijke postmoderne werken Rastapasta en Woodnotesworden in 1987 samen met enkele stukken van Buckinx gecreëerd tijdens een (controversieel) concert in Gent. Een andere interessante collaboratie om te vernoemen is die met Dirk Brossé, Lucien Posman en Frederik Devreese waaruit een liedbundel op teksten van Poesjkin ontstaat. Het postmodernisme is iets waar Nuyts zich tevergeefs ettelijke keren van probeert te bevrijden. |
|||
In 1989 richt Nuyts samen met zijn vrouw de groep Hardscore op om dusdanig een geëigende accurate uitvoering van zijn werken te garanderen. Het zevenkoppige ensemble bestaat uit elektronische keyboards, een versterkte marimba, saxofoons, vocale stemmen, elektronische bas en percussie. Verdere belangrijke feiten uit de periode 1986 tot 1995 zijn de samenwerking met het kunstencentrum Vooruit in Gent (creaties van B-Side Art, Music to raise hell, Ga.n en Le concert impromptu), de contacten met de componist-dirigent Dirk Brossé (creaties van When the tombs of brass are spent en de Tweede Symfonie), enkele concertreizen naar Glasgow en Wenen, en het ontvangen van de Prix de la musique contemporaine de Québec (1992) voor zijn integrale kamermuziekoeuvre. Tenslotte ontvangt hij drie jaar later de vijfjaarlijkse cultuurprijs van de Stad Gent. |
|||
Beginnende vanaf dit punt neemt de groep Hardscore een centrale plaats in in Nuyts’ oeuvre: hij componeert zes boeken met de titel Hard Scores waarvan de laatste in 2000 afgewerkt wordt in opdracht van het Festival van Vlaanderen. In 1997, 1998 en 1999 worden er cd-opnames gemaakt van deze boeken, respectievelijk de vierde, de tweede, de derde en ten slotte de vijfde. In 2014 wordt Hardscore nieuw leven ingeblazen. Hierbij fungeert beeldend kunstenaar Fabien Delthauwer als troef. Dit resulteert in een nieuwe opdracht van de Bijloke, Carbon Fixation (2015). |
|||
In 1998 is hij artiest in residentie van I Fiamminghi. Daarnaast componeert hij, meestal in opdracht, enkele werken voor een meer klassieke bezetting. Sinds 2002 levert hij composities voor het theatergezelschap Ensemble Leporello. Deze stap naar theater en drama trekt hij vervolgens verder met andere opdrachten waaronder Middle East, Tongval, Noita Inquieta en Paternel. 2002 is bovendien het jaar waarin zijn Tweede, Derde en Vierde pianosonates tot realisatie komen. Zijn dertiende en achttiende sonates worden in 2013 bekroond met de eerste Sabam Award voor Hedendaagse klassieke muziek, en in 2015 geeft De Bijloke een 6-delige cd-box uit met live-opnames van de 18 sonates die hij op dat moment schrijft. Dit programma wordt gespreid over 6 concerten tussen 2012 en 2015 uitgevoerd. Een jaar later vult hij dat oeuvre aan met nog eens drie sonates. |
|||
Doorheen zijn loopbaan krijgt Nuyts verschillende opdrachten van onder meer het Symfonieorkest Vlaanderen, VZW Zonzo voor een uitvoering met deFilharmonie en het Emanon ensemble. Hiervoor creëert hij respectievelijk Different from habit (2005), zijn Vierde Symfonie Brandgang (2005), en voor het Emanon ensemble innocence in admiration (2008) en zijn Vijfde Symfonie fetish (2009). Naar aanleiding van het Mozartjaar in 2006 wordt hem gevraagd een compositie te schrijven op basis van zijn overgebleven schetsen. Dit resulteert in Rats and Rabbits. Zijn vijftigste verjaardag in 2007 wordt uitvoerig gevierd met een concert dat zijn vrouw Iris De Blaere op poten zet: “Frank Nuyts: 50 jaar en op dreef”. Ook in deze jaren krijgt hij tal van opdrachten waaronder The Trances voor strijkkwartet in opdracht van Transitfestival 2006 en … where the wind goes... in opdracht van I Solisti del Vento in 2007. |
|||
In 2008 en 2009 komen er nog twee werken bij op zijn palmares: een recitativo accompagnato met de titel De Wijdere Wereld van Water, en Arabische nacht dat gebaseerd is op een theaterstuk van Roland Schimmelpfenning. Deze keer voor piano en een verteller, en in beide gevallen is het in collaboratie met Dirk Opstaele. Een jaar later in 2010 levert hij de kameropera Middle East voor LOD op tekst van Philippe Blasband. Dit werk wordt naderhand bekroond met de Prijs Nieuwe Muziek van de Provincie Oost-Vlaanderen. Verder staat vanaf 2011 een reeks muzikale theaterwerken in zijn oeuvre: Tongval (2011) op een zelfgeschreven tekst, Paternel (2013) en Chut! (2015) op libretti van Blasband, en Noite inquieta a monodrama (2012) met tekst van Fernando Pessoa. |
|||
Frank Nuyts is een actieve en veelzijdige componist. Verschillende bezettingen en genres komen aan bod met een specifieke aandacht voor kamermuziek. Tot op vandaag blijft Nuyts bijzonder actief als componist, zowel voor kleine als voor grotere bezettingen. |
|||
Huidige versie van 24 sep 2024 08:08
Frank Nuyts werd geboren op 3 februari 1957 te Oostende. Zijn muzikale vorming krijgt hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent. Daar behaalt hij hogere diploma’s voor slagwerk en kamermuziek. Vanaf 1985 tot 2016 doceert hij compositie en orkestratie aan ditzelfde conservatorium. Na het voorleggen van enkele werken die hij schrijft tijdens zijn studententijd, wordt hij uitgenodigd door de componist Lucien Goethals om bij hem compositie en analyse van twintigste-eeuwse muziek te studeren aan het Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek (IPEM). De studie van de muziek van Goethals, Webern en de andere modernen (die hij via Goethals leert kennen) hebben zijn werk sterk beïnvloed.
Tussen 1979 en 1985 krijgt Nuyts stilaan bekendheid binnen het landschap van nieuwe muziek. Hij wint enkele prijzen waaronder de Tenutoprijs in 1979 voor de compositie Alsof de hand nooit meer weggaat in opdracht van de BRT, en in 1981 een bekroning voor de soundtrack Bombos del Sol van de abstracte animatiefilm Kosmogonia dat vertoond wordt op het filmfestival van Brussel. Hij onderneemt een concertreis naar Hongarije (1982) en kan verder op enkele belangrijke gelegenheden zijn stukken opvoeren (onder andere Philtre op het Gaudeamus festival voor Nieuwe Muziek te Amsterdam in 1984 en Squib ter afsluiting van het congres in 1985 te Seoul over neotonale muziek).
Na een periode van bezinning slaat Nuyts in 1986 een nieuwe weg in. Naar aanleiding van zijn interesse voor niet-klassieke muziek en als gevolg van zijn vriendschap met Boudewijn Buckinx wordt hij samen met deze laatstgenoemde componist één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het postmodernisme in Vlaanderen. Zijn eerste belangrijke postmoderne werken Rastapasta en Woodnotesworden in 1987 samen met enkele stukken van Buckinx gecreëerd tijdens een (controversieel) concert in Gent. Een andere interessante collaboratie om te vernoemen is die met Dirk Brossé, Lucien Posman en Frederik Devreese waaruit een liedbundel op teksten van Poesjkin ontstaat. Het postmodernisme is iets waar Nuyts zich tevergeefs ettelijke keren van probeert te bevrijden.
In 1989 richt Nuyts samen met zijn vrouw de groep Hardscore op om dusdanig een geëigende accurate uitvoering van zijn werken te garanderen. Het zevenkoppige ensemble bestaat uit elektronische keyboards, een versterkte marimba, saxofoons, vocale stemmen, elektronische bas en percussie. Verdere belangrijke feiten uit de periode 1986 tot 1995 zijn de samenwerking met het kunstencentrum Vooruit in Gent (creaties van B-Side Art, Music to raise hell, Ga.n en Le concert impromptu), de contacten met de componist-dirigent Dirk Brossé (creaties van When the tombs of brass are spent en de Tweede Symfonie), enkele concertreizen naar Glasgow en Wenen, en het ontvangen van de Prix de la musique contemporaine de Québec (1992) voor zijn integrale kamermuziekoeuvre. Tenslotte ontvangt hij drie jaar later de vijfjaarlijkse cultuurprijs van de Stad Gent.
Beginnende vanaf dit punt neemt de groep Hardscore een centrale plaats in in Nuyts’ oeuvre: hij componeert zes boeken met de titel Hard Scores waarvan de laatste in 2000 afgewerkt wordt in opdracht van het Festival van Vlaanderen. In 1997, 1998 en 1999 worden er cd-opnames gemaakt van deze boeken, respectievelijk de vierde, de tweede, de derde en ten slotte de vijfde. In 2014 wordt Hardscore nieuw leven ingeblazen. Hierbij fungeert beeldend kunstenaar Fabien Delthauwer als troef. Dit resulteert in een nieuwe opdracht van de Bijloke, Carbon Fixation (2015).
In 1998 is hij artiest in residentie van I Fiamminghi. Daarnaast componeert hij, meestal in opdracht, enkele werken voor een meer klassieke bezetting. Sinds 2002 levert hij composities voor het theatergezelschap Ensemble Leporello. Deze stap naar theater en drama trekt hij vervolgens verder met andere opdrachten waaronder Middle East, Tongval, Noita Inquieta en Paternel. 2002 is bovendien het jaar waarin zijn Tweede, Derde en Vierde pianosonates tot realisatie komen. Zijn dertiende en achttiende sonates worden in 2013 bekroond met de eerste Sabam Award voor Hedendaagse klassieke muziek, en in 2015 geeft De Bijloke een 6-delige cd-box uit met live-opnames van de 18 sonates die hij op dat moment schrijft. Dit programma wordt gespreid over 6 concerten tussen 2012 en 2015 uitgevoerd. Een jaar later vult hij dat oeuvre aan met nog eens drie sonates.
Doorheen zijn loopbaan krijgt Nuyts verschillende opdrachten van onder meer het Symfonieorkest Vlaanderen, VZW Zonzo voor een uitvoering met deFilharmonie en het Emanon ensemble. Hiervoor creëert hij respectievelijk Different from habit (2005), zijn Vierde Symfonie Brandgang (2005), en voor het Emanon ensemble innocence in admiration (2008) en zijn Vijfde Symfonie fetish (2009). Naar aanleiding van het Mozartjaar in 2006 wordt hem gevraagd een compositie te schrijven op basis van zijn overgebleven schetsen. Dit resulteert in Rats and Rabbits. Zijn vijftigste verjaardag in 2007 wordt uitvoerig gevierd met een concert dat zijn vrouw Iris De Blaere op poten zet: “Frank Nuyts: 50 jaar en op dreef”. Ook in deze jaren krijgt hij tal van opdrachten waaronder The Trances voor strijkkwartet in opdracht van Transitfestival 2006 en … where the wind goes... in opdracht van I Solisti del Vento in 2007.
In 2008 en 2009 komen er nog twee werken bij op zijn palmares: een recitativo accompagnato met de titel De Wijdere Wereld van Water, en Arabische nacht dat gebaseerd is op een theaterstuk van Roland Schimmelpfenning. Deze keer voor piano en een verteller, en in beide gevallen is het in collaboratie met Dirk Opstaele. Een jaar later in 2010 levert hij de kameropera Middle East voor LOD op tekst van Philippe Blasband. Dit werk wordt naderhand bekroond met de Prijs Nieuwe Muziek van de Provincie Oost-Vlaanderen. Verder staat vanaf 2011 een reeks muzikale theaterwerken in zijn oeuvre: Tongval (2011) op een zelfgeschreven tekst, Paternel (2013) en Chut! (2015) op libretti van Blasband, en Noite inquieta a monodrama (2012) met tekst van Fernando Pessoa.
Frank Nuyts is een actieve en veelzijdige componist. Verschillende bezettingen en genres komen aan bod met een specifieke aandacht voor kamermuziek. Tot op vandaag blijft Nuyts bijzonder actief als componist, zowel voor kleine als voor grotere bezettingen.
