Nederlands:Peter Cabus (Q575627): verschil tussen versies

Uit Knowledge Graph Kunstenpunt
Ga naar:navigatie, zoeken
(eerste upload)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
<p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Peter Cabus (Mechelen, 1923-2000) begint te componeren onder impuls van Godfried Devreese, de toenmalige directeur en tevens zijn leerkracht aan het Stedelijke Conservatorium van Mechelen waar Cabus piano, notenleer harmonie en contrapunt volgt in deeltijds onderwijs. Al op zijn vijftiende schrijft hij Orkestvariaties (1938) wat zijn eerste volledig uitgeschreven partituur was. Datzelfde jaar wordt het uitgevoerd door het Mechels Conservatoriumorkest onder leiding van Devreese.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Peter Cabus start zijn hogere muziekstudies aan het Lemmensinstituut (orgel bij&nbsp;<a href="https://matrix-new-music.be/publicaties/componistenfiches/peeters-flor/" target="_blank">Flor Peeters</a>&nbsp;en piano bij Marinus De Jong), en met het oog op een carri&egrave;re als concertpianist gaat hij zich verder bekwamen aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Daar studeert hij piano bij Charles Scharr&egrave;s, kamermuziek bij Andr&eacute; Gertler, en compositie en fuga bij Jean Absil en L&eacute;on Jongen. Zelf oppert hij als componist sterk be&iuml;nvloed te zijn geweest door Absil. Ook is hij tijdens deze periode organist aan de Sint-Katelijnekerk te Mechelen, wat te verstaan is in het verlengde van een eerdere ervaring in zijn tienerjaren als organist tijdens de repetities van het Sint-Romboutskoor.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Na een periode te hebben gewerkt als leraar aan het Stedelijk Conservatorium van Mechelen en enkele andere muziekacademies, volgt Cabus in 1959 Devreese op als directeur van het Stedelijk Conservatorium. Daarnaast is hij als docent verbonden aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel (harmonie, contrapunt, compositie) en aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. In 1972 ligt Cabus mee aan de basis van de oprichting van het Festival van Vlaanderen Mechelen. De laatste twintig jaren van zijn leven is hij tevens lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van Belgi&euml;.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Doorheen zijn leven manifesteert Cabus zich steeds minder als uitvoerend muzikant en meer als componist en pedagoog. In zijn oeuvre zijn dan ook verschillende studies of pedagogische werken te vinden. Opdrachten komen uit naam van onder andere de BRT waarvoor hij Het jonge jaar (1986) schrijft, het Ministerie van Cultuur dat zijn Symfonie voor strijkers (1986) bestelt, en voor het Festival van Vlaanderen componeert hij muziek voor orgel, kopers en percussie (1978).</p>
<p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Peter Cabus (Mechelen, 1923-2000) begint te componeren onder impuls van Godfried Devreese, de toenmalige directeur en tevens zijn leerkracht aan het Stedelijke Conservatorium van Mechelen waar Cabus piano, notenleer harmonie en contrapunt volgt in deeltijds onderwijs. Al op zijn vijftiende schrijft hij Orkestvariaties (1938) wat zijn eerste volledig uitgeschreven partituur was. Datzelfde jaar wordt het uitgevoerd door het Mechels Conservatoriumorkest onder leiding van Devreese.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Peter Cabus start zijn hogere muziekstudies aan het Lemmensinstituut (orgel bij&nbsp;Flor Peeters&nbsp;en piano bij Marinus De Jong), en met het oog op een carri&egrave;re als concertpianist gaat hij zich verder bekwamen aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Daar studeert hij piano bij Charles Scharr&egrave;s, kamermuziek bij Andr&eacute; Gertler, en compositie en fuga bij Jean Absil en L&eacute;on Jongen. Zelf oppert hij als componist sterk be&iuml;nvloed te zijn geweest door Absil. Ook is hij tijdens deze periode organist aan de Sint-Katelijnekerk te Mechelen, wat te verstaan is in het verlengde van een eerdere ervaring in zijn tienerjaren als organist tijdens de repetities van het Sint-Romboutskoor.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Na een periode te hebben gewerkt als leraar aan het Stedelijk Conservatorium van Mechelen en enkele andere muziekacademies, volgt Cabus in 1959 Devreese op als directeur van het Stedelijk Conservatorium. Daarnaast is hij als docent verbonden aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel (harmonie, contrapunt, compositie) en aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. In 1972 ligt Cabus mee aan de basis van de oprichting van het Festival van Vlaanderen Mechelen. De laatste twintig jaren van zijn leven is hij tevens lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van Belgi&euml;.</p><p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">Doorheen zijn leven manifesteert Cabus zich steeds minder als uitvoerend muzikant en meer als componist en pedagoog. In zijn oeuvre zijn dan ook verschillende studies of pedagogische werken te vinden. Opdrachten komen uit naam van onder andere de BRT waarvoor hij Het jonge jaar (1986) schrijft, het Ministerie van Cultuur dat zijn Symfonie voor strijkers (1986) bestelt, en voor het Festival van Vlaanderen componeert hij muziek voor orgel, kopers en percussie (1978).</p>

Huidige versie van 25 sep 2024 om 19:17

Peter Cabus (Mechelen, 1923-2000) begint te componeren onder impuls van Godfried Devreese, de toenmalige directeur en tevens zijn leerkracht aan het Stedelijke Conservatorium van Mechelen waar Cabus piano, notenleer harmonie en contrapunt volgt in deeltijds onderwijs. Al op zijn vijftiende schrijft hij Orkestvariaties (1938) wat zijn eerste volledig uitgeschreven partituur was. Datzelfde jaar wordt het uitgevoerd door het Mechels Conservatoriumorkest onder leiding van Devreese.

Peter Cabus start zijn hogere muziekstudies aan het Lemmensinstituut (orgel bij Flor Peeters en piano bij Marinus De Jong), en met het oog op een carrière als concertpianist gaat hij zich verder bekwamen aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Daar studeert hij piano bij Charles Scharrès, kamermuziek bij André Gertler, en compositie en fuga bij Jean Absil en Léon Jongen. Zelf oppert hij als componist sterk beïnvloed te zijn geweest door Absil. Ook is hij tijdens deze periode organist aan de Sint-Katelijnekerk te Mechelen, wat te verstaan is in het verlengde van een eerdere ervaring in zijn tienerjaren als organist tijdens de repetities van het Sint-Romboutskoor.

Na een periode te hebben gewerkt als leraar aan het Stedelijk Conservatorium van Mechelen en enkele andere muziekacademies, volgt Cabus in 1959 Devreese op als directeur van het Stedelijk Conservatorium. Daarnaast is hij als docent verbonden aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel (harmonie, contrapunt, compositie) en aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. In 1972 ligt Cabus mee aan de basis van de oprichting van het Festival van Vlaanderen Mechelen. De laatste twintig jaren van zijn leven is hij tevens lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.

Doorheen zijn leven manifesteert Cabus zich steeds minder als uitvoerend muzikant en meer als componist en pedagoog. In zijn oeuvre zijn dan ook verschillende studies of pedagogische werken te vinden. Opdrachten komen uit naam van onder andere de BRT waarvoor hij Het jonge jaar (1986) schrijft, het Ministerie van Cultuur dat zijn Symfonie voor strijkers (1986) bestelt, en voor het Festival van Vlaanderen componeert hij muziek voor orgel, kopers en percussie (1978).