Nederlands:August Baeyens (Q498401): verschil tussen versies
(eerste upload) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
<p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">August Baeyens werd op 5 juni 1895 in Antwerpen geboren, hij stierf er op 17 juli 1966. Zijn muzikale vorming kreeg Baeyens aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium waar hij notenleer, altviool (eerste prijs 1916), harmonie en contrapunt studeerde bij August de Boeck en Napoleon Distelmans. Als componist ontwikkelde Baeyens zich vooral door het bestuderen van componisten als Debussy, Wagner en Strauss; een interesse die hem in het zeer behoudsgezinde conservatorium de reputatie van revolutionair bezorgde. Ook via de praktijk kwam hij in contact met een ruim repertoire: hij was immers altviolist in | <p style="box-sizing: border-box; margin-top: 0px; margin-bottom: 1rem">August Baeyens werd op 5 juni 1895 in Antwerpen geboren, hij stierf er op 17 juli 1966. Zijn muzikale vorming kreeg Baeyens aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium waar hij notenleer, altviool (eerste prijs 1916), harmonie en contrapunt studeerde bij August de Boeck en Napoleon Distelmans. Als componist ontwikkelde Baeyens zich vooral door het bestuderen van componisten als Debussy, Wagner en Strauss; een interesse die hem in het zeer behoudsgezinde conservatorium de reputatie van revolutionair bezorgde. Ook via de praktijk kwam hij in contact met een ruim repertoire: hij was immers altviolist in ‘de Royal’, de Franstalige opera van Antwerpen en in het Orkest van de Nieuwe Concerten dat met zekere regelmaat hedendaagse werken programmeerde, soms onder de leiding van belangrijke buitenlandse dirigenten.</p>Tussen 1920 en 1927 was Baeyens betrokken bij verschillende initiatieven die poogden het Vlaamse culturele leven opnieuw leven in te blazen. Belangrijk hiervoor waren de kleinschalige concerten in Brussel en Antwerpen (1921-22) waarop muziek gecreëerd werd van componisten zoals Karel Albert, Willem Pelemans, Marcel Poot en Baeyens zelf. In 1927 stichtte Baeyens het Antwerps Kamermuziekensemble waarmee hij een zeer breed gamma aan (toenmalige) nieuwe muziek bracht. Het ensemble verzorgde meer dan veertig Belgische creaties van muziek van de Weense School (Schönberg, Berg, Wellesz), uit Frankrijk (Milhaud, Poulenc) en van componisten zoals Bartók, Hindemith, Honegger, Stravinsky en enkele Vlaamse wapenbroeders (Jef Van Durme, Karel Albert). In 1932 stierf het ensemble een stille dood door de geringe officiële en publieke belangstelling en de daarmee samenhangende financiële moeilijkheden. | ||
Van 1932 tot 1944 was Baeyens als secretaris verbonden aan de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen, waar hij vele Nederlandse librettovertalingen verzorgde. Na de bevrijding in 1944 werd Baeyens tot directeur benoemd van de K.V.O.. Hij voerde daar een onconventionele programmapolitiek die in 1948 tot zijn ontslag leidde. In 1953 werd hij opnieuw tot directeur benoemd. Dit keer echter hield hij zich meer op de vlakte en bekommerde zich voornamelijk om administratieve aangelegenheden. In 1958 nam hij zelf ontslag om zich uitsluitend aan het componeren te wijden. |
Huidige versie van 19 sep 2024 om 12:32
August Baeyens werd op 5 juni 1895 in Antwerpen geboren, hij stierf er op 17 juli 1966. Zijn muzikale vorming kreeg Baeyens aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium waar hij notenleer, altviool (eerste prijs 1916), harmonie en contrapunt studeerde bij August de Boeck en Napoleon Distelmans. Als componist ontwikkelde Baeyens zich vooral door het bestuderen van componisten als Debussy, Wagner en Strauss; een interesse die hem in het zeer behoudsgezinde conservatorium de reputatie van revolutionair bezorgde. Ook via de praktijk kwam hij in contact met een ruim repertoire: hij was immers altviolist in ‘de Royal’, de Franstalige opera van Antwerpen en in het Orkest van de Nieuwe Concerten dat met zekere regelmaat hedendaagse werken programmeerde, soms onder de leiding van belangrijke buitenlandse dirigenten.
Tussen 1920 en 1927 was Baeyens betrokken bij verschillende initiatieven die poogden het Vlaamse culturele leven opnieuw leven in te blazen. Belangrijk hiervoor waren de kleinschalige concerten in Brussel en Antwerpen (1921-22) waarop muziek gecreëerd werd van componisten zoals Karel Albert, Willem Pelemans, Marcel Poot en Baeyens zelf. In 1927 stichtte Baeyens het Antwerps Kamermuziekensemble waarmee hij een zeer breed gamma aan (toenmalige) nieuwe muziek bracht. Het ensemble verzorgde meer dan veertig Belgische creaties van muziek van de Weense School (Schönberg, Berg, Wellesz), uit Frankrijk (Milhaud, Poulenc) en van componisten zoals Bartók, Hindemith, Honegger, Stravinsky en enkele Vlaamse wapenbroeders (Jef Van Durme, Karel Albert). In 1932 stierf het ensemble een stille dood door de geringe officiële en publieke belangstelling en de daarmee samenhangende financiële moeilijkheden.
Van 1932 tot 1944 was Baeyens als secretaris verbonden aan de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen, waar hij vele Nederlandse librettovertalingen verzorgde. Na de bevrijding in 1944 werd Baeyens tot directeur benoemd van de K.V.O.. Hij voerde daar een onconventionele programmapolitiek die in 1948 tot zijn ontslag leidde. In 1953 werd hij opnieuw tot directeur benoemd. Dit keer echter hield hij zich meer op de vlakte en bekommerde zich voornamelijk om administratieve aangelegenheden. In 1958 nam hij zelf ontslag om zich uitsluitend aan het componeren te wijden.